Onder leiding van Raymond Reesink volgde ze, samen met andere communicatieprofessionals uit het hele land, het seminar over de rol van communicatie bij weerstand.

Ze prikkelde ons ook met een beeld van een plantenspuit en paardenbloemen. Ieder van ons ziet iets in dit beeld, maar kan het zijn dat de ander een beeld heeft wat ook waar kan zijn? Marieke is op dit moment bezig met het onderzoek ‘Weerstand in kaart’. De bevindingen zullen naar verwachting eind november uitmonden in een publicatie bij het ‘Centrum voor Strategische Communicatie’.

Don’t push me

Daarna nam Liset Strijker ons mee in de wereld van het onbewuste brein. We zijn bij weerstand namelijk vaak geneigd de relevantie van de verandering goed uit te leggen en anderen daarmee te overtuigen. Uitgaan van logica en ratio dus.

Door vanuit je eigen kijk op de boodschap te zenden (lees: pushen) ontstaat er juist meer weerstand. Liset liet ons zien hoe je moet ‘pullen’ in plaats van pushen en op die manier mensen écht bereikt en in beweging krijgt. Bij pullen creëer je een veilige verbinding in het onbewuste brein van de ander om zo de gezamenlijke impact te vergroten.

Vrouwelijke coach voert een gesprek met een jonge vrouw tijdens een coachingssessie in een groene, lichte kantoorruimte met grote ramen en planten.

Maar hoe doe je dat dan? Tijdens de bijeenkomst hebben we daarmee geoefend aan de hand van een herkenbare casus over het laten inenten van je kind. De kunst is om te ‘pullen totdat je goud vindt’. Dat doe je door oordeelvrij open vragen te stellen.

 

“Als je uitgaat van gesloten vragen ga je immers al richting een oplossing terwijl je eerst op zoek moet naar verbinding.”

Focus op de ‘schreeuwers’ of op de ‘inwoners die aan bingo doen’?

Ten slotte hield burgemeester en tevens gastheer Hubert Bruls een – in mijn ogen – ontwapenend verhaal over weerstand en polarisatie. Polarisatie, zo gaf hij aan, is van alle tijden. Vanuit zijn rijk bestuurdersverleden deelde hij zijn kijk op het onderwerp weerstand en polarisatie en nam daarbij geen blad voor de mond. Zelf richt hij zich liever niet op de ‘schreeuwers’ in zijn stad maar juist op de ‘mensen die niet in de krant komen’. Om in zijn woorden te spreken – inwoners die bingoën en de verenigingsmensen in een stad of dorp.

Verder deed hij een oproep aan de aanwezigen in de zaal om burgers niet te onderschatten. Benadruk als communicatieadviseur of bestuurder bijvoorbeeld niet dat het allemaal rooskleurig en halleluja is. Er is geen maatregel die alleen maar positief is voor iedereen. Leg je dilemma’s op tafel en geef aan dat er voors en tegens zijn die je als bestuurder moet (af)wegen.

Heldere kantoorruimte met grote ramen en moderne verlichting voor een inspirerende werkomgeving.

In amper twee uur tijd heb ik mijn rugzak weer gevuld met nieuwe inzichten die tot nadenken stemmen en tips waarmee ik in de dagelijkse praktijk aan de slag kan.