
Medewerkers meenemen in verandering voor Servicegemeente Dordrecht

Sarah
vertelt je graag meer
Toch is er ergens iets dat knaagt. Of eigenlijk iets kleins dat kriebelt. Een collega stelt voor om iets over corona op te nemen in de veelgestelde vragen. Ik twijfel. Het virus voelt nog ver weg. Zou het echt zo’n vaart lopen? Alles in mij zegt: dit momentum laat zich toch niet stoppen?
Maar de trein begint langzaam af te remmen. Niet abrupt, niet met een klap tegen de muur. Eerst komen er andere treinen op het spoor, ze heten scenario’s. Als alles doorgaat, scenario één, dan moeten we volop blijven rijden. Als het niet doorgaat, scenario twee, moeten we direct stoppen met het aangaan van financiële verplichtingen. En dan is er scenario drie: The Passion gaat door, maar zonder publiek. In dat geval moeten we alles heruitvinden. Hoe geef je een stad en een miljoenenpubliek dan alsnog een feest? Hoe zorg je dat het coronaproof blijft en toch betekenisvol is?
In maart zijn we feitelijk drie Passions tegelijk aan het organiseren. En steeds opnieuw stellen we ons dezelfde vragen. Hoe ziet de wereld er over een maand uit? Wat hebben mensen dan nodig? Past een groots spektakel in een tijd waarin alles onzeker is? Kan The Passion hoop bieden, of is het ongepast? Wat zijn de richtlijnen van het RIVM? Kan dit project nog verantwoord doorgaan? En vooral: wat past bij de rol die je als gemeente hebt in een tijd als deze?
Samen met de omroepen en de producent besluiten we te kiezen voor scenario drie. We gaan The Passion organiseren zonder publiek. Maar terwijl we plannen maken, zien we het virus verder oprukken. De impact wordt met de dag groter. Uiteindelijk valt het besluit: The Passion gaat niet door.
Ik zit op dat moment niet meer met mijn collega’s in een overlegzaal. We zitten allemaal thuis. We bellen. En de gesprekken zijn surrealistisch. Maanden van intensief werk verdwijnen in een oogwenk. Het persbericht dat we uitsturen, wordt nog geen vijf minuten later al genoemd op het NOS Journaal. En terwijl ik het hoor, denk ik: wat ga ik dát missen. Dat gevoel dat alles wat we doen ertoe doet, dat het de publieke ruimte raakt.
We zijn er nog niet. De mensen met wie we de afgelopen maanden contact hebben gehad, benaderen we persoonlijk. Die verbindingen zijn waardevol voor de stad. Daarna pakt onze geweldige projectleider de afbouw van het evenement net zo zorgvuldig op als de opbouw was.
“En ineens is het stil.”
Op 9 april zit ik niet in een crisiscentrum. Er zijn geen motorkapoverleggen. Geen social mediateam in opperste staat van paraatheid. Geen knallende uitzending. Alleen een glas wijn, ergens thuis. In de groepsapp van het projectteam loopt een weddenschap. Hoe vaak wordt gemeente Roermond genoemd in de uitzending die er toch nog komt? Mijn collega van veiligheid wint. Drie keer. Het is treurig stil.
Maar wat blijft, is de trots. Op hoe we dit hebben opgepakt. Op de inzet van iedereen. En op wat we samen hadden kunnen neerzetten.
Esther